Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

In oktober 2014 is het beleidsdocument Risicomanagement vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen. In het beleidsdocument wordt onder andere ingegaan op de risico's, hoe we het risicomanagement willen vormgeven en de stappen die wij gaan nemen om risico's in kaart te brengen, te beheersen en te evalueren.

Door het zetten van deze stappen gaan we ons risicomanagement verder professionaliseren en hierop actief beleid formuleren, dit beleid implementeren en borgen binnen de processen. Binnen de gemeentelijke organisatie moet dit leiden tot een groter risicobewustzijn. Dit risicobewustzijn moet zorgen dat we de risico's tijdig kunnen signaleren en hierop juist en volledig kunnen anticiperen.

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen gemeenten aan een drietal eisen te voldoen op het gebied van risicomanagement. Zo dient de gemeente te beschikken over:

  1. een risicomanagementbeleid;
  2. een risicoprofiel;
  3. een berekening van het weerstandsvermogen.


Risicomanagementbeleid
Naast de wettelijke verplichting van het BBV helpt risicomanagement ook bij het maken van afwegingen bij investeringsbeslissingen, biedt het inzicht in de grootste risico’s en helpt het de continuïteit van de organisatie te verbeteren.

De definitie van een risico is: de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Uit deze definitie volgt dat een goede omschrijving van een risico drie elementen bevat:

  1. Een kans op het optreden van een gebeurtenis (p<1)

Het gaat hier dus om een mogelijke gebeurtenis. Als iets 100% zeker is, is het geen risico meer.

  1. Negatief gevolg

De negatieve gevolgen van een risico kunnen zowel financieel als niet financieel van aard zijn. We richten ons echter hoofdzakelijk op het in kaart brengen van de financiële gevolgen die de gebeurtenissen met zich meebrengen. Risico’s die mogelijk leiden tot aantasting van het imago van de gemeente dan wel andere niet-financiële gevolgen teweeg kunnen brengen worden niet gekwantificeerd.

  1. Een betrokkene, voor wiens rekening de negatieve gevolgen komen

De betrokkene is hierbij de gemeente Dalfsen als organisatie of, waar van toepassing, een specifieke afdeling.

Het beleid en de risico’s die samenhangen met de grondexploitatie worden afzonderlijk benoemd en vastgesteld in de paragraaf Grondbeleid.

Inventarisatie risico’s
Door middel van een workshop door BNG Advies en via afzonderlijke gesprekken is in 2013 de kennis over risicomanagement en het bewustzijn van risico’s in de organisatie vergroot. Met de overgedragen kennis is het college in staat de belangrijkste risico’s te benoemen en kwantificeren. Voor deze kwalificering dient zowel de kans als het gevolg van een risico te worden bepaald. Daartoe wordt gebruik gemaakt van 'referentiebeelden' om te bepalen in welke klasse een risico zich bevindt.

Kans
Voor de beoordeling van de kans dat een risico zich voordoet hanteren we 5 klassen met de volgende referentiebeelden:

Klasse

Referentiebeelden

Kwantitatief

1

< of 1 keer per 10 jaar

(10%)

2

1 keer per 5-10 jaar

(30%)

3

1 keer per 2-5 jaar

(50%)

4

1 keer per 1-2 jaar

(70%)

5

1 keer per jaar of >

(90%)

Geldgevolg
Hiervoor hanteren we 5 klassen met de volgende indeling:

Klasse

Geldgevolg

0

Geen geldgevolgen

1

x < € 28.000

(< 0,05% van begroting)

2

€ 28.000 < x > € 112.000

(0,05 - 0,2% van begroting)

3

€ 112.000 < x > € 280.000

(0,2 - 0,5% van begroting)

4

€ 280.000 < x > € 560.000

(0,5 - 1% van begroting)

5

x > € 560.000

(> 1% van begroting)

Risicoscore
De risicoscore wordt bepaald door van elk risico de bepaalde klassen van kans en gevolg te vermenigvuldigen volgens onderstaande formule.

Risicoscore = klasse kans x klasse geldgevolg

De maximale risicoscore is: 5 x 5 = 25. Met behulp van de risicoscore kunnen risico’s worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk, welke risico’s het meest belangrijk zijn om te worden gemanaged. De prioritering op risicoscore kan echter een vertekend beeld geven, aangezien een risico met een kans in klasse 5 en een gevolg in klasse 5 bovenaan de lijst komt te staan. Terwijl een risico met een kans in klasse 1 en een gevolg in klasse 5 wellicht een veel grotere impact heeft. Deze invloed is in onderstaande tabel meegenomen.

Risicokaart

De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. Het geeft ook een beeld van de verhoudingen tussen de risico’s, van laag, midden en hoog. Per risicoscore wordt aangegeven hoeveel risico’s zich in het betreffende vak bevinden.

Een risico dat zich in het groene gebied bevindt, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Een risico dat een score heeft in het oranje gebied, vraagt om aandacht van het College. Het risico vormt dan nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Het is daarom van belang tijdig beheersmaatregelen te nemen. Een risico met een risicoscore in het rode gebied, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie wordt bedreigd. Preventieve en reducerende beheersmaatregelen kunnen de kans respectievelijk het gevolg terugbrengen naar een acceptabel niveau.

Risico’s, zeker wanneer die door de organisatie zelf niet kunnen worden beïnvloed, dienen periodiek gemonitord te worden. De financiële gevolgen van een (opgetreden) risico worden opgevangen met het weerstandsvermogen.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de top 10 gedefinieerde risico's bij de gemeente Dalfsen.

Nr.

Risico

Risico Score

1

Baten en lasten m.b.t. de grondexploitaties zijn niet in evenwicht met begroting

25

2

Stijging van het aantal aanvragen op een uitkering en bijzondere bijstand

20

3

Budget decentralisaties is ontoereikend

16

4

Exploitatierisico's bij verbonden partijen

16

5

Onvolkomenheden bij aanbestedingsprocedures

15

6

Effectuering van de garantstelling breedband

15

7

Ontwikkeling van grote projecten is onvoldoende geborgd

15

8

Schommelingen algemene uitkering gemeentefonds

12

9

Eenzijdige tariefaanpassing bij contractpartijen

12

10

Onvoldoende inrichting financiele verslaglegging

9

Toelichting:

1

Baten en lasten m.b.t. de grondexploitaties zijn niet in evenwicht met begroting

Er kunnen verschillende typen risico’s worden onderscheiden in de grondexploitaties bij actief grondbeleid. Deze zijn:1. Waarderingsrisico’s: hier betreft het dat een aangekocht perceel niet voor de verwervingsprijs in exploitatie genomen kan worden en de mogelijkheid van het niet toe kunnen rekenen van de rentelasten van verworven percelen;2. Marktrisico’s: hier gaat het om onzekerheden bij nog toe te kennen subsidies, ontwikkelingen in grondprijzen en mogelijke afzetrisico's;3. Organisatierisico’s: grondexploitatie is een vorm van ondernemen die een hoge organisatiegraad vereisen.

2

Stijging van het aantal aanvragen op een uitkering en bijzondere bijstand

Inwoners van de gemeente Dalfsen doen in toenemende mate een beroep op inkomensondersteuning door de gemeente en dienen een aanvraag in voor een bijstandsuitkering of een uitkering in het kader van de bijzondere bijstand. Bij bijzondere bijstand gaat het daarbij om een inkomensgroep met een inkomen tot 110% van het minimumloon die getroffen worden door dalende koopkracht en stijgende kosten van levensonderhoud.

3

Budget decentralisaties is ontoereikend

Invoering en daarmee de transitie van de decentralisaties hebben in 2015 plaatsgevonden, waarbij de budgetten zijn ontvangen van het Rijk op basis van het historisch verbruik. De budgetten die wij vanaf 2016 en verder zullen ontvangen zijn gebaseerd op het objectief verdeelmodel, daarbij is de sociale structuur van de gemeente uitgangspunt. Voor Dalfsen betekent dit nieuwe verdeelmodel een afname van de beschikbare middelen. Omdat de omvang van zorg (i.v.m. privacy en doorverwijzing door derden) niet bekend is, is dit een risico. Verder zit er op participatie (uitstroom en budget per sw'er) een taakstelling, die maar in geringe mate beïnvloedbaar is.

4

Exploitatierisico's bij verbonden partijen

Verbonden partijen vertegenwoordigen een financieel en een bestuurlijk belang. Binnen de verbonden partijen kan sprake zijn van deels-verantwoordelijkheid voor de exploitatie. Wij kunnen dan ook geconfronteerd worden met een exploitatietekort van een verbonden partij dat wij moeten aanzuiveren.

5

Onvolkomenheden bij aanbestedingsprocedures

Binnen de gemeente is een groot aantal functionarissen betrokken bij de inkoop en aanbesteding. Een gevolg kan zijn dat er niet voldoende deskundigheid en daarmee kennis van de strenge (waaronder Europese) regelgeving beschikbaar is. Daardoor kunnen gevolgde procedures door aanbestedende partijen afgekeurd worden.

6

Effectuering van de garantstelling breedband

Onder voorwaarden van kredietwaardigheid en kaders van de Europese commissie is de financiering van de aanleg van een breedbandnetwerk in het buitengebied mogelijk te maken. Hiervoor zal een voorstel tot gemeentelijke garantstelling worden besloten. De voortgang van het project wordt nauwlettend gevolgd en waar nodig wordt er bijgestuurd.

7

Ontwikkeling van grote projecten is onvoldoende geborgd

Grote projecten, zoals WOC Campus Nieuwleusen, met veelal langdurige en forse gevolgen voor de gemeentelijke begroting worden ter hand genomen. Voor de ontwikkeling, implementatie en de uitvoering van deze projecten is specifieke kennis noodzakelijk om te komen tot een sluitende project begroting die houdbaar is.

8

Schommelingen algemene uitkering gemeentefonds

Bij groei of krimp van de Rijksuitgaven zal de algemene uitkering verhoudingsgewijs evenredig stijgen of dalen. Dit systeem wordt ook wel ‘trap op trap af’ genoemd. Het Rijk geeft al sinds het begin van de economische crisis minder uit en daardoor ontvangen wij als gemeente ook minder gemeentefonds. Via de circulaires van het ministerie volgen wij de ontwikkelingen nauwlettend en verwerken wij de uitkomsten in de begroting.

9

Eenzijdige tariefaanpassing bij contractpartijen

Voor de bedrijfsvoering van de organisatie zijn wij afhankelijk van bepaalde ondersteunende software. Een eenmaal gemaakte keuze kan niet eenvoudig aangepast worden zonder extra kosten voor implementatie van een ander systeem. Dit werkt nadelig door in onze onafhankelijkheid naar leveranciers, waardoor wij geconfronteerd kunnen worden met eenzijdige en veelal forse tarief aanpassingen.

10

Onvoldoende inrichting financiele verslaglegging

Diverse wijzigingen in verslaggevingsregels komen op de gemeente af. De gemeente valt vanaf 2016 onder de vennootschapsbelasting voor haar ondernemersactiviteiten. Hierbij gaat het in ieder geval om grondexploitatie, maar ook andere activiteiten zullen getoetst moeten worden. Voor het BBV staat voor 2017 een grote aanpassing gepland, waarvan wij de uitwerking nu al merken.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief aanwendbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct invloed heeft op dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is namelijk in hoeverre deze op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan de reserves zonder de claims die er in de toekomst nog op rusten.

Vrijbesteedbaar

31-12-2015

Algemene reserve

5.500.000

Algemene reserve vrijbesteedbaar

4.977.000

Reserve herstructurering openbaar groen

55.000

Reserve decentralisaties

1.365.000

Reserve volkshuisvesting

85.000

Algemene reserve grondbedrijf

3.990.000

Totaal

15.972.000

Structurele weerstandscapaciteit
Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. De structurele weerstandscapaciteit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Dit betreft de onbenutte belastingcapaciteit. De riool- en afvalstoffenheffing is in Dalfsen 100% kostendekkend en worden derhalve niet meegenomen.

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:

Soort

WOZ-waarde

Tarief

Tarief

Verschil

Onbenutte

1 juni 2015

Dalfsen

art. 12 status

in tarief

capaciteit

eigenaar woning

2.752.360.000

0,1129

0,1790

0,0665

1.819.000

eigenaar niet-woning

693.464.000

0,1623

0,1790

0,0167

116.000

gebruiker niet-woning

599.106.000

0,1400

0,1790

0,0390

234.000

Totaal

2.169.000

Het totale weerstandsvermogen bedraagt:

Incidentele weerstandscapaciteit

15.972.000

Structurele weerstandscapaciteit

2.169.000

Totaal weerstandsvermogen

18.141.000

Benodigde weerstandscapaciteit

Het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgevoerd met behulp van een risicosimulatie (Monte Carlo methode). Op basis van de risicosimulatie kan worden berekend welk bedrag er benodigd is om de geïdentificeerde restrisico’s in financiële zin af te dekken. Hierbij wordt gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. De berekende benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeente Dalfsen bedraagt € 4.140.000.

Indien de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld wordt door de benodigde weerstandscapaciteit uit de risicosimulatie ontstaat de ratio weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen

2015

Benodigde weerstandscapaciteit

4.140.000

Beschikbare weerstandscapaciteit

18.141.000

Ratio weerstandsvermogen

4,38

Hoewel er geen wettelijke ratio’s zijn, maken veel gemeenten gebruik van onderstaande waarderingstabel.

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

> 2,0

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x < 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

Verzekeringen en claims:
De gemeente Dalfsen heeft naast dit weerstandsvermogen ook een aantal verzekeringen afgesloten, waarmee risico's worden afgedekt. Hieronder het aantal claims en de financiële gevolgen hiervan.

jaar

aantal claims

afgewezen

toegekend

bedrag toegekend

ten laste verzekering

ten laste gemeente

2012

70

29

41

€ 88.300

€ 70.800

€ 17.500

2013

77

37

40

€ 29.800

€ 16.300

€ 13.500

2014

69

22

47

€ 51.300

€ 27.300

€ 24.000

2015

65

26

43

€ 56.500

€ 44.900

€ 11.600

Samenvatting risicoprofiel

De gemeente Dalfsen behaalt met een ratio van 4,38 waarderingscijfer A. Dit betekent uitstekend. De gemeente is in ruime mate in staat tegenvallers op te vangen zonder dat dit de continuïteit van de organisatie in gevaar brengt. Wel is de ratio met ruim 1 punt afgenomen van 5,60 naar 4,38. Oorzaken van deze daling ligt in de incidentele weerstandscapaciteit en heeft te maken met de afname van de reserves. In vergelijking met andere gemeenten scoort de gemeente Dalfsen zeer hoog.

Kengetallen financiële positie

In de mei circulaire 2015 is er door het Ministerie van BZK gemeld dat met ingang van de begroting 2016 verplicht een aantal financiële kengetallen opgenomen dienen te worden in de paragraaf Weerstandsvermogen.

Door middel van deze kengetallen en hun beoordeling ontstaat er een beter beeld van de financiële positie van de gemeente.

De volgende vijf financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
  2. Solvabiliteitsratio
  3. Kengetal Grondexploitatie
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Hieronder treft u voor de jaarrekening 2015 per genoemd kengetal een uitleg aan, inclusief de berekening en beoordeling.

1. Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle leningen)
Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. In het verlengde hiervan kennen we ook de zogenoemde “Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen”. Bij deze specifieke quote wordt er gekeken naar het effect van door de gemeente verstrekte leningen op de schuldenlast van de gemeente.

rek 2014

rek 2015

begr 2016

Vaste schulden

+

9.908.402

8.446.357

9.700.000

Netto vlottende schuld

+

11.499.912

10.182.744

11.200.000

Overlopende passiva

+

3.048.287

2.212.562

3.000.000

Financiële activa

-

90.823

86.877

86.000

Uitzettingen

-

7.101.410

5.983.135

7.100.000

Liquide middelen

-

0

0

0

Overlopende activa

-

2.390.895

1.219.571

2.400.000

Totale baten

43.901.000

59.930.218

54.838.000

Netto schuldquote

34%

23%

27%

rek 2014

rek 2015

begr 2016

Vaste schulden

+

9.908.402

8.446.357

9.700.000

Netto vlottende schuld

+

11.499.912

10.182.744

11.200.000

Overlopende passiva

+

3.048.287

2.212.563

3.000.000

Financiële activa

-

9.561.190

9.070.344

8.300.000

Uitzettingen

-

7.101.410

5.983.135

7.100.000

Liquide middelen

-

0

0

0

Overlopende activa

-

2.390.895

1.219.571

2.400.000

Totale baten

43.901.000

59.930.218

54.838.000

Netto schuldquote gecorrigeerd

12%

8%

11%

Beoordeling:
De verhouding tussen schulden en baten is goed.

2. Solvabiliteitsratio
Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage Eigen Vermogen ten opzichte van het balanstotaal. In het bedrijfsleven is dit een veelgebruikte ratio en daar wordt een minimum norm gehanteerd tussen 25% en 40% voor een solvabele vermogenspositie.

rek 2014

rek 2015

begr 2016

Eigen vermogen

50.591.093

50.067.590

50.000.000

Balanstotaal

82.946.398

77.456.394

85.000.000

Solvabiliteitsratio

61%

65%

59%

Beoordeling:
Het solvabiliteitsratio van 60% laat zien dat de gemeente Dalfsen een zeer solvabele vermogenspositie heeft en verhoudingsgewijs dus meer eigen vermogen dan vreemd vermogen bezit.

3. Kengetal grondexploitatie
Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de niet in exploitatie gronden op te tellen bij de bouwgrond in exploitatie. Vervolgens wordt dit totaalbedrag gedeeld door de totale baten van de programmabegroting of jaarrekening.

rek 2014

rek 2015

begr 2016

Niet in exploitatie genomen bouwgronden

8.803.055

3.666.374

8.803.055

Bouwgronden in exploitatie

19.761.501

23.181.578

19.761.501

Totale baten

43.901.000

59.930.218

54.838.000

Kengetal Grex

65%

45%

52%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien wat de verhouding tussen de totale baten en de terug te verdienen bedragen aan bouwgronden is. De ratio is bij de rekening 2015 en begroting 2016 lager, dit komt door de grotere inkomende kasstroom (sociaal domein). Daarnaast is de verwachting dat de komende jaren de voorraden gronden zullen afnemen en daarmee de ratio nog verder zal dalen.

4. Structurele exploitatie ruimte
Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

rek 2014

rek 2015

begr 2016

Structurele lasten

43.497.000

59.622.176

52.157.199

Structurele baten

43.871.450

59.064.582

52.322.565

Structurele toevoegingen aan reserves

3.434.910

1.767.482

3.505.285

Structurele onttrekkingen aan reserves

2.857.439

2.261.483

2.377.602

Totale baten

43.901.000

59.930.218

54.838.000

Structurele exploitatieruimte

-0,46%

-0,11%

-1,75%

Beoordeling:
De structurele exploitatieruimte is negatief dat betekent dat we structureel meer uitgeven dan we ontvangen. Hierbij dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat we over een goede reservepositie beschikken en er jaarlijks incidentele meevallers voorkomen.

5. Belastingcapaciteit
Definitie:
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert jaarlijks deze gegevens.

rek 2014

rek 2015

begr 2016

OZB last gezin gemiddelde WOZ waarde

262

279

268

Rioolheffing gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

130

132

133

Afvalstoffenheffing voor gezin

220

223

233

Totale woonlasten voor gezin bij gem. WOZ waarde

612

635

634

Woonlasten landelijk gemiddelde T-1

698

740

716

Woonlasten tov landelijk gemiddelde jaar ervoor

88%

86%

89%

Beoordeling:
De gemiddelde woonlast ligt (op basis van Coelo ) voor een "gemiddeld" gezin in Dalfsen bijna 15% lager dan het landelijke gemiddelde. De burger van Dalfsen profiteert dus mee van de gezonde financiële situatie van de gemeente Dalfsen.